Het drama rondom Madoff volg ik op de voet. Hoe kan één persoon zoveel vertrouwen hebben gewekt en tegelijkertijd zoveel mensen voor miljoenen hebben opgelicht? Een intrigerend verhaal waar ik maar niet genoeg van kan krijgen. Men raakt er hier dan ook niet over uitgepraat. Voor de rijke “Manhattanites” komt het bovendien allemaal wel erg dichtbij. Een psychotherapeut aan de Upper East Side meldde dat vrijwel al zijn cliënten wel iemand in hun kennissenkring hebben die veel geld heeft verloren aan de pyramidefraude van Madoff. Deze pyramide kon door de economische crisis niet anders dan in elkaar storten. Ik hoor mensen ach en wee roepen over die zielige golfvrienden van Madoff die nu misschien wel hun appartement aan Park Avenue zullen moeten verkopen! (en daarna verder in Palm Beach leven van de rente van de opbrengst, wat een ellende…) “De wereld is niet meer zoals een paar maanden geleden”, wordt verzucht.
Ergens diep in mijn hart heb ik er wel een bepaald soort lol in dat de “filthy rich” door de economische crisis plotseling met de billen bloot moeten en zich nu echt zorgen maken. En iemand als Madoff heeft nu met zijn imago van gematigde en betrouwbare investeerder zelfs het oude geld serieus aan het schrikken gemaakt. “Net goed dat je je appartement moet verkopen”, zegt een stemmetje in mijn achterhoofd. Een beetje hetzelfde gevoel dat veel “gewone” Amerikanen hebben bij het zien van Wall Street bankiers die van het ene op het andere moment met hun spullen op straat worden gezet of CEO’s die hun bonussen moeten inleveren.
Tegelijkertijd weet ik natuurlijk dat het zo niet werkt. Immers, de sjieke Upper East Siders (en zeker ook een flink aantal Upper West Siders) verkopen niet alleen hun appartement, ze korten ook de “doorman” op zijn bonus dit jaar, ontslaan de tweede nanny en korten de huishoudster op haar uren of haar salaris. De verbouwing van hun buitenhuis stellen ze tot onbepaalde tijd uit. En daarom zie je nu de doorman meer glimlachen dan ooit. Daarom zie je overal briefjes hangen met huishoudelijk personeel en nanny’s, op zoek naar werk en met een steeds lager salaris tevreden. En daarom zie je illegale, Mexicaanse dagloners op de hoek van de straat wachten op werk dat niet komt. Ze willen wel terug naar Mexico, maar hebben simpelweg geen geld voor de terugreis. Al deze mensen zijn natuurlijk de échte slachtoffers van de economische malaise.
Iedereen wordt getroffen door de economische crisis; de armen alleen in verhouding véél zwaarder. Toch is er hoop dat onder Obama de kloof tussen arm en rijk in dit land iets minder groot zal worden. Ik ben geen economisch of politiek licht, maar vroeger gebruikte ik het volgende plaatje altijd als hulpmiddel om de verschillende systemen te begrijpen:
Als je een race loopt en iedereen start op hetzelfde punt en de snelste renner wint en ontvangt goud, dan is dit kapitalisme.
Als degene met één been iets eerder mag starten, en vervolgens krijgt de snelste renner van de race goud, dan wordt er dus gecompenseerd voor bepaalde achterstanden en dit heet dan socialisme.
Tenslotte is onder het communisme besloten om de race simpelweg helemaal niet te lopen en iedereen dus hetzelfde start-en eindpunt te geven. (waarbij uiteraard een aantal scheidsrechters in de vorm van “partijleiders” er stiekem met het goud vandoor gaan)
Met deze zwaar gesimplificeerde versie in mijn achterhoofd bedacht ik me dat op dit moment de situatie in de VS zo is dat de renner met één been juist later moet beginnen in plaats van eerder, waarna de winnaar van de race goud krijgt. De superfitte renner krijgt in feite dus een voorsprong. De rijken laten hun kinderen naar de beste scholen gaan en die keten wordt al in gang gezet bij de peuterschool. Er zijn misschien wel objectieve criteria voor Harvard, maar feitelijk hebben de rijken veel meer kans om hun kind het juiste CV voor een universiteit als Harvard te bezorgen. Ik weet niet wat de juiste benaming is voor dit systeem, maar het lijkt me in ieder geval erg oneerlijk. Misschien komt daar wel mijn gegniffel over de sores van de Upper East Side vandaan.