DE ZELFHULPINDUSTRIE
Volgens de sociologe Micki McGee is de zelfhulpindustrie in Amerika niet het product van narcistische burgers, maar een symptoom van sociale problemen. Zolang iedereen zijn geluk zoekt in how to-boeken, verandert er niets.
Op tienjarige leeftijd las Micki McGee haar eerste zelfhulpboek. Haar vader, afkomstig uit een arme mijnwerkersfamilie in Pennsylvania, was via de opleidingsmogelijkheden van het leger opgeklommen tot de middenklasse, maar miste de noodzakelijke sociale vaardigheden om als verkoper van levensverzekeringen zijn gezin te kunnen onderhouden. In How to Win Friends and Influence People, de beroemde bestseller van Dale Carnegie, zocht hij naar clues voor het juiste verkooppraatje. Zijn dochter Micki was een vreemde eend in de bijt. 'Ik was erg slim, maar een vreemd kind. Misschien geen Asperger, maar zeker wel met bepaalde trekken.' Ze las het boek van haar vader en het was een eye-opener. 'Dus dát was het wat de kinderen in de speeltuin met elkaar deden. Het leek bijna een soort beschrijving van neurotypisch gedrag.'
Haar tweede 'zelfhulpboek' was het belangrijke sociologische werk van Emile Durkheim Suïcide. Toen haar broer in 1984 totaal onverwacht zelfmoord pleegde, bood dit boek McGee de troost en het begrip dat zo vaak door echte zelfhulpboeken wordt beloofd. 'Ik begreep dat mijn broers beslissing een klassieke vorm was van een egoïstische zelfmoord. Hij was geïsoleerd geraakt, niet meer verbonden met andere mensen en daarom was hij in staat om een dergelijke beslissing te nemen. Ik kon het plotseling zien in termen van de sociale omgeving en wat sociologen noemen sociale verbeelding: wat voor sociale visie creëert de context voor een dergelijke daad?'
Het sociologisch perspectief op de wereld is 'een van de vele perspectieven natuurlijk, maar wel eentje met een behoorlijk interessante gereedschapskist', aldus McGee. Het gaf haar, inmiddels als socioloog verbonden aan de Fordham Universiteit in New York, houvast en de Amerikaanse zelfhulpcultuur werd onderwerp van een van haar grote onderzoeksstudies. In 2005 verscheen haar boek Selfhelp Inc: Makeover Culture in American Life en nog steeds volgt ze de zelfhulpindustrie in de Verenigde Staten en schrijft erover op haar blog.
Gedurende McGee's leven is de zelfhulpindustrie explosief gegroeid: tussen 1972 en 2000 verdubbelde het aantal verkochte zelfhulpboeken in de Verenigde Staten, en dit aantal lijkt in het afgelopen decennium alleen nog maar verder te zijn gestegen. Inmiddels gaat het om een industrie van tenminste 2,48 miljard dollar per jaar, sommigen schatten zelfs acht miljard. The New York Times heeft een aparte categorie voor zelfhulpboeken in zijn bestsellerlijsten opgenomen, zodat de andere bestsellerlijsten niet worden vertroebeld door al het advies. Miljoenen Amerikanen wenden zich tot zelfhulp: ongeveer veertig procent van de Amerikanen heeft in zijn leven ten minste één zelfhulpboek gekocht. In Amerikaanse boekhandels zijn dikwijls aparte afdelingen ingeruimd voor zelfhulp, onderverdeeld in categorieën als business, financiën, huwelijk en ouderschap, alle uiteindelijk met als doel het vinden van geluk, of zoals zelfhulpgoeroe Oprah Winfrey het omschrijft: 'To live your best life.'
McGee las voor haar onderzoek honderden van deze boeken en gebruikte haar sociale verbeelding: wat voor soort samenleving maakt dat zoveel mensen het idee hebben dat ze zichzelf voortdurend moeten blijven verbeteren?
Ze concludeerde dat de sociaal-economische onzekerheid waarin Amerikanen sinds president Reagan moesten zien te overleven ervoor heeft gezorgd dat zij meer en meer hun toevlucht hebben genomen tot zelfhulp om zo te proberen hun concurrentiepositie te verbeteren. Salarissen van Amerikanen konden niet op tegen de toenemende kosten van wonen, onderwijs en gezondheidszorg. De groei van de zelfhulpindustrie valt samen met een steeds grotere sociaal-economische ongelijkheid in de samenleving. Werken aan jezelf, het leren maximaliseren van je eigen menselijk kapitaal werd steeds meer gezien als een vereiste voor professioneel en persoonlijk succes en cruciaal voor wie zijn hoofd boven water wilde houden. 'Het komt voort uit angst. En die angst wordt veroorzaakt door de neoliberale marktgedreven economie waarin we onszelf zien als van elkaar afgesneden individuen die met elkaar moeten concurreren om op hetzelfde niveau van overconsumptie te blijven.'
Niet dat zelfhulp echt helpt. Per slot van rekening heeft de werkloosheid in de VS inmiddels een recordhoogte bereikt en de radicale economische neergang van de afgelopen anderhalf jaar ondermijnt het idee dat werken aan jezelf je financiële positie kan verbeteren. De zelfhulpindustrie worstelt daarmee, maar zal waarschijnlijk simpelweg reageren met een nadruk op andere verhaallijnen. Al dat positieve denken, het 'mind over matter'-idee van bijvoorbeeld The Secret, heeft zijn geloofwaardigheid nu echt verloren en zal het volgens McGee niet redden in deze economische tijd. Ze heeft hier nog geen harde data over, maar verwacht dat de zelfhulpindustrie zich zal richten op het script van de 'troostprijs' van de eenvoud. Deze verhaallijn is niet nieuw, maar zal worden uitgebreid, omdat die beter past in de huidige samenleving. 'Het is als verschillende snaren van een instrument. Als de ene snaar niet resoneert neem je een andere.'
Lukt het niet om rijk en succesvol te worden, dan moet je misschien maar gelukkig worden van soberheid en een simpel leven. Mensen worden gedwongen tot karigheid en dus kun je beter een positieve draai geven aan het gebrek. 'Ondertussen horen we de verhalen van mensen die zichzelf en hun familie om het leven brengen, omdat ze hun baan of hun huis verliezen. Wat aantoont dat karigheid natuurlijk niet per definitie goed is.'
Het lijkt erop dat de zelfhulpindustrie vrijwel altijd de sociaal-maatschappelijke status-quo legitimeert, omdat ze zich richt op het verbeteren van het zelf en daardoor iedere vorm van politieke organisatie of verbondenheid met andere mensen blokkeert. 'Het maakt jouw probleem jouw eigen probleem en daardoor isoleert het mensen.'
Neem de verschillende druk bezochte twaalfstappen-groepen van de AA. Er zijn nu zelfs groepen voor 'Debtors Anonymous', mensen in problematische schuldsituaties. 'Daar zou ik een boek over willen schrijven!' roept McGee lachend uit. Doordat de problemen van deze 'verslaafden' worden gedefinieerd als een ziekte kan er niet over worden gesproken dat de lonen ten opzichte van de levenskosten van Amerikanen al jaren alleen maar dalen, dat mensen zijn aangespoord om talloze aankopen te doen met hun creditcard of uitzichtloze leningen of hypotheken aan te gaan. Door de medische definitie van de koopverslaving blijft de sociaal-maatschappelijke context volledig buiten beeld.
Volgens McGee is de zelfhulpindustrie niet het product van narcistische, door zichzelf geobsedeerde Amerikanen, zoals door anderen wel is beweerd, maar een symptoom van de sociale problemen van Amerikanen waarvoor geen enkele politieke of economische oplossing is gevonden. Politieke activisten zouden zelfhulp moeten zien als een signaal van onvrede. En daarop inspelen. 'Uiteindelijk zijn de feministische beweging, vakbonden, of de civil rights-beweging ook allemaal ontstaan uit groepen mensen die klagen, die met elkaar praten over hun problemen. Dat is beter dan een zelfhulpboek lezen en in je "dankbaarheiddagboek" schrijven hoe blij je bent dat je je baan bent verloren.'
Helaas ziet McGee nog maar weinig organisaties op deze manier ontstaan. Toch denkt ze dat het eraan komt. Ze zag het even in de internetorganisatie tijdens de politieke campagne voor Obama of via bewegingen als movement.org: 'Toen zag je een plek waar de verbondenheid via internet een bepaalde sociale cohesie genereerde. Al snel werd het daarna weer te massaal en daardoor verwatert het.' Ze ziet het ook in de manier waarop milieuorganisaties zich via internet organiseren, meestal gericht op een heel specifiek probleem in een bepaalde buurt.
In haar boek Selfhelp, Inc concludeert McGee dat angstige lezers van zelfhulpliteratuur moeten stoppen met nutteloze pogingen tot individuele zelfverbetering en zich in plaats daarvan moeten richten op het verbeteren van de sociaal-economische omgeving die heeft geleid tot de afzetmarkt voor deze literatuur. Maar, waarschuwt ze: 'Dit kan niet gebeuren door individuen die in isolement handelen. We hebben nieuwe modellen nodig voor het zelf en nieuwe sociale bewegingen.' Voor de aanzet naar deze nieuwe sociale bewegingen kan een nauwgezette studie van zelfhulpliteratuur activisten talloze inzichten geven in de problemen en onvrede van bepaalde groepen mensen, aldus McGee.
Voor een nieuwe visie op het zelf vindt McGee inspiratie in het beeld van de moeder, niet in de ouderwetse, sentimentele zin maar in meer metaforische zin. 'Ik wil dit niet biologisch maken, alsof alleen moeders dit kunnen begrijpen. Maar mijn idee van welzijn hangt voor een groot deel samen met het welzijn van mijn kind. Als het niet goed gaat met mijn kind, gaat het niet goed met mij.'
In de zelfhulpliteratuur komt het wel een enkele keer op, maar zorg voor het individuele, geïsoleerde zelf is toch vrijwel altijd de focus. Het idee van zorg voor anderen blijft grotendeels buiten beeld. McGee suggereert een model van het zelf als onderdeel van een stelsel van relaties waarin het bijdragen aan het welzijn van anderen gezien wordt als noodzakelijk voor het eigen welzijn. 'Dit is natuurlijk niet nieuw. Eerlijk gezegd komt het natuurlijk rechtstreeks uit het christendom: de zorg voor je naaste. Maar het is totaal verloren geraakt in onze cultuur.'
In de zelfhulpliteratuur voor vrouwen in het bijzonder is door middel van het begrip co-dependency in de jaren tachtig het idee ontstaan dat zorg voor jezelf altijd belangrijker is dan zorg voor anderen. In boeken als Women Who Love too Much van Robin Norwood werd vrouwen verteld hoe ze moesten stoppen met geven als ze niets terugkregen. Arlie Hochschild, de vooraanstaande sociologe en schrijfster van The Second Shift, noemde dit de 'balance sheet', de intrede van economische calculaties in het emotionele leven. Het was tot op zekere hoogte begrijpelijk, want de grens tussen de publieke en de private sfeer vervaagde. Vrouwen gingen massaal uit werken, maar kwamen na hun werk thuis voor de 'tweede shift': hun zorgtaken. Ze namen de concepten van de werkvloer mee naar huis. Maar daarmee werd gelegitimeerd dat je vooral voor jezelf moet zorgen, terwijl de wereld juist zo smacht naar zorg.
McGee vertelt dat ze op de televisie een interview zag van Oprah met een aantal Deense vrouwen. Het was een special over de gelukkigste landen ter wereld en Denemarken stond boven aan de lijst, en Amerika veel lager. De Deense vrouwen somden verschillende sociale voorzieningen op, maar gaven toe dat daar tegenover wel een relatief hoog belastingniveau stond. Oprah wist niet goed hoe te reageren en stamelde: 'Maar dat lijkt wel socialisme...' In de VS misschien wel het vieste woord dat er bestaat. De Deense vrouwen haalden hun schouders op: 'Ach Oprah, we weten niet of dat socialisme is. Wij zien het eigenlijk gewoon als beschaving.'
Misschien schat McGee de situatie in een aantal Europese landen een tikkeltje te rooskleurig in, maar haar punt is duidelijk: 'Het zorgtekort is het grote gebrek van de Amerikaanse samenleving.'
De blog van McGee: www.selfhelpinc.com