Brigitte Kaandorp had ooit een hilarische act over hoe vermoeiend alles eigenlijk was in het leven. Eerst verzuchtte ze wat een gedoe het eigenlijk was om helemaal naar het theater te komen. Het zou toch fijn zijn als je met je handen zou klappen en zoef, in een keer zou je bij het theater zijn. Of nog makkelijker: je zou de garderobe ook overslaan. Een keer klappen en zoef, je zou in je stoel zitten. Of wacht even: als je gewoon zou klappen en hopla, in een keer zou je alweer thuis zijn en zou je de hele show al hebben gezien. Zo gaat ze maar door en langzaam werkt ze toe naar de onvermijdelijke climax: wat helemáááááááál makkelijk zou zijn is als je gewoon een keer zou klappen en knip, je bent dood. Je hele leven is voorbij.
In haar act laat Kaandorp zien hoe we vaak bezig zijn met de toekomst. We zien tegen van alles op en anticiperen op de situatie later. “Als ik nou maar eenmaal wat meer geld verdien, dan ga ik mijn huis opknappen en nieuwe meubels kopen. Dan houd ik alles echt netjes en ga ik ook meer mensen uitnodigen en een heel leuk leven hebben. Dan, ja dan word ik echt gelukkig.” Of : “Als het eindelijk eens wat minder druk is op mijn werk, dan ga ik echt stoppen met roken. En daarbij heel veel sporten, zodat ik er niet dik van word. En dan kook ik alle recepten uit dat mooie kookboek dat hier nu al meer dan een jaar onaangeroerd ligt. Ja, dan word ik echt gelukkig.”
Veel zelfhulpboeken geven gerichte adviezen voor een betere toekomst die allemaal eenzelfde soort goede voornemens inhouden. Maar natuurlijk volgen we die adviezen, of ze nou van onze vrienden, onze zelfhulpgoeroe’s of onszelf komen, meestal niet op. Goede voornemens zijn in de regel in februari al verwaterd en het lentedieet is in de zomer alweer aan de wilgen gehangen. En zo verandert er dus weinig. Wat vaak niet erg is, maar wel jammer als je nog steeds graag gelukkiger zou willen worden.
In veel zelfhulp van de laatste jaren, vooral die van oosterse soort, wordt gehamerd op het oefenen van “in het moment leven” als de weg naar geluk. Niet in het verleden, niet in de toekomst, maar in het hier en nu moeten we leven. Verschillende vormen van hier in New York extreem populaire yoga richten zich op het bewustzijn van het lichaam en de geest en op “presence”, de aanwezigheid. De laatste jaren is mindfulness, een van oorsprong boeddhistisch begrip dat zich eveneens richt op presence, enorm populair als methode voor stresshantering en zelfs als behandeling voor depressie en angstigheid. In de kern komt het erop neer dat je probeert minder met je hoofd problemen op te lossen en je meer bewust probeert te zijn van hoe dingen aanvoelen. Zo kun je bijvoorbeeld mindful eten door bij elke hap stil te staan bij de smaak, de vorm en de textuur van hetgeen je in je mond stopt. Je bent dan bewust aan het eten in plaats van dat je een bord pasta wegwerkt terwijl je tegelijkertijd in gedachten bezig bent met het boodschappenlijstje voor morgen. Je hoeft je gedachten niet stop te zetten; dat kan immers niet. Er zijn altijd gedachten. Maar je moet je bewust zijn van je gedachten en ze voorbij laten zweven zonder je eraan vast te houden. Het zijn “maar” gedachten. Je kunt er afstand van nemen. Depressie kenmerkt zich vaak onder andere door “malen”, nutteloos gepieker over van alles en nog wat en daarna weer gepieker over dat nutteloze gepieker etc etc. Mindfulness kan dat doorbreken. Verschillende onderzoeken laten positieve resulaten zien: mensen worden blijkbaar echt gelukkiger van mindfulness.
Sporten is een van de manieren om deze aanwezigheid in het hier en nu te bereiken. Tijdens mijn kickboxles moet ik me bijvoorbeeld enorm inspannen om alle kicks en punches op de juiste beat van de muziek uit te voeren en dat biedt maar weinig ruimte voor denken aan boodschappenlijstjes, dieetvoornemens of de zin van het leven. Nog moeilijker maar misschien wel nog leerzamer is meditatie, omdat je daar niet wordt afgeleid door de adrenaline en het bijhouden van een choregrafie, maar je juist moet proberen om aanwezig te zijn zonder die afleiding. De maalstroom van gedachten komt dan eerder op gang, maar je leert om die te beschouwen in plaats van erdoor te worden meegesleurd.
Persoonlijk ben ik er nog helemaal niet goed in, in mindfulness. (dit stukje schrijven is bijvoorbeeld helemaal geen goede oefening in mindfulness!) Een vriendin nam me mee naar een yogi uit India die haar yogasessies hoofdzakelijk heeft gebaseerd op deze presence. De klas zat bomvol: ze was extreem populair hier aan de Upper East Side. Tijdens de les probeerde ik mijn gedachten voorbij te zien gaan, maar ik merkte hoe moeilijk dat is. Hoe gehecht ik ben aan mijn gedachten. Wat blijft er nog over als mijn gedachten even weg zijn? Een soort dier dat zintuigen gebruikt voor waarnemingen en primair reageert op comfort of dreiging. Voor mijn mede yogaleerlingen is dat dier met die zintuigen overigens met name gericht op comfort. “Wees je bewust van de warmte om je heen. Van de aangename geur.” Ja, makkelijk praten als je voor de zoveelste keer in de spa ligt voor een massage. Maar voor iedereen geldt natuurlijk dat het gevoel van de zon die schijnt op je blote armen prettig kan zijn en dat we daar maar weinig bij stilstaan. Dat we graag onderdeel zijn van een groter geheel, maar dat we soms opgesloten zijn in ons eigen hoofd. Ik heb begrepen dat geluksgevoelens in de hersens heel ergens anders worden geregeld dan analyse en diep nadenken. Als we ongelukkig zijn, is onze eerste reactie: nadenken, probleem oplossen! Maar gelukkig worden we daar niet van. We worden niet gelukkig, omdat we hebben bedacht dat we toch eigenlijk wel "gelukkig zouden moeten zijn met wat we hebben". Of van: "die arme kinderen en vrouwen in Congo hebben het zoveel miljoen keer erger dan wij." Zo werkt het niet. Gelukkig zijn is eerder een beetje dommig, iets dierlijks. Domweg gelukkig in de Dapperstraat. Het overkomt je zomaar op een moment, je loopt er zomaar tegenaan. En om die kans te vergroten, moet je jezelf dus in een soort dommige staat brengen. Ok, een mindful state, dat klinkt iets belangrijker.
A human being is a part of a whole..but he experiences himself, his thoughts and feelings as something separated from the rest. This delusion is a kind of prison for us, restricting us to our personal desires and to affection for a few persons nearest to us. Our task must be to free ourselves from those prisons by widening our circle of compassion to embrace all living creatures and the whole of nature in its beauty
Is hier een yogi aan het woord? Nee, dit waren de woorden van genie Albert Einstein. Waarschijnlijk helpt mindfulness ons om die connectie te maken met de wereld om ons heen, om ons onderdeel te voelen van een groter geheel. Veel mensen hoeven hier misschien niet voor te oefenen, die leven vanzelf al in het moment. Maar mensen zoals ik, die gevoelig zijn voor piekeren, kunnen leren van mindfulness en er misschien zelfs wel gelukkiger van worden. Voor veel neurotische New Yorkers is de mindfulness van yoga een oase van presence in een hectische wereld van planning, status en stress.
Zo wordt de reis naar het theater voor de show van Brigitte Kaandorp misschien zelfs wel leuk als je opeens ziet dat de zon net onder is gegaan en de lucht mooi roze is. Misschien zie je wel een heel liefs schaap. Of een koe. Of misschien staat in de garderobe wel een heel aandoenlijk oud vrouwtje dat je spontaan kunt aanbieden te helpen met haar jas. En als het helemaal meezit, geniet je van de show van Brigitte Kaandorp en door te lachen om haar acts ben je heel even los van je gedachten en verbonden met de wereld om je heen: helemaal "in the moment".